Arequipa wordt ook wel de witte stad genoemd en als we op de centrale plaza staan is direct te zien waarom. Enorme koloniale gebouwen die gemaakt zijn van sillar, een zilverwit vulkanisch gesteente, schitteren in de zon. ’s Avonds wordt de witte kathedraal ook nog eens prachtig verlicht en heerst er een magische sfeer op het plein. We verkennen de stad, slapen een keer goed uit en gaan een avondje stappen. We proeven onze eerste ‘Pisco sour’, de fameuze Peruaanse cocktail die gemaakt wordt van Pisco (sterkedrank gedestilleerd uit druiven), gemengd met limoensap met daarbovenop een laag opgeklopt eiwit met kaneel. En die smaakt echt lekker en naar meer! Ook brengen we een bezoek aan het klooster van Santa Catalina, een religieus complex dat midden in de stad ligt. Een stad op zichzelf, met kleurrijke straten, prachtige muurschilderingen rond pleinen en sobere cellen waar de nonnen vroeger verbleven. Aan het eind van de middag vangen we nog een glimp op van het kloosterbestaan als we 21 nonnen met de bijbel onder hun arm naar het avondgebed zien lopen.

De volgende ochtend gaat de wekker al heel vroeg, omdat we om 3:15 uur worden opgepikt voor een 2-daagse trekkingstocht door Colca Canyon, de op een na diepste canyon ter wereld. Voordat we aan de hike beginnen, stoppen we onderweg nog bij een uitzichtpunt en zien we gigantische condorvogels door de vallei zweven. Nabij het dorpje Cabanaconda, dat op 3287 meter hoogte bovenaan de canyon ligt, beginnen we met lopen. Onze kleine, maar leuke groep bestaat naast ons uit een jong stel uit Denemarken, de Amerikaanse snelwandelaar Gerrit en onze gids Royke Donders, die zoals elke gids natuurlijk weer zijn eigen grappige trekjes en uitspraken heeft. “Okay guys, any questions, no questions”. De eerste 4 uur lopen we via een smal bergweggetje steeds dieper de canyon in en geeft Royke onderweg uitleg over de planten langs de kant van de weg en hun medicinale werking. Zo blijkt elke plant wel ergens goed voor te zijn als je er thee van maakt of het op je huid smeert: tegen hoogteziekte, muggen, misselijkheid of juist om 2 dagen lang te kunnen ‘spacen’. We lunchen bij de moeder van Roy en lopen ’s middags nog zo’n 4 uur verder langs de Colca rivier om na een stevige klim uiteindelijk aan te komen in de oase van de canyon. Vanaf een afstandje kunnen we de lodge met het aanlokkelijke zwembad al zien liggen, hetgeen gekke Gerrit doet besluiten om er nog een sprintje uit te gooien. De verfrissende duik in het zwembad is heerlijk en het bord spaghetti met een koude fles bier zorgt daarna voor een mooie en gezellige afsluiting van onze lange eerst dag hiken.

In alle vroegte staan we vervolgens weer op om aan onze zeer uitdagende slotklim te beginnen. Vanaf de oase, welke op 2100 meter hoogte ligt is het namelijk de bedoeling dat we zo’n beetje recht omhoog lopen, en daarbij 1200 meter hoogteverschil overbruggen, om voor het ontbijt weer uit te komen in het dorpje Cabanaconda. Het smalle bergweggetje ligt vol met losse stenen en los steengruis en samen met de lagere hoeveelheid zuurstof in de lucht maakt dat de beklimming extra zwaar. Als we na 3 uur de bovenste rand van de canyon bereiken zijn we gesloopt en begint de spierpijn gelijk al zijn intrede te doen. Die dag hoeven we gelukkig niet meer te lopen, maar stappen we in een busje dat ons vervolgens naar hot springs brengt om aldaar de spiertjes te ontspannen. Op de terugweg naar Arequipa stoppen we nog bij een paar geweldige uitzichtpunten over de vallei, bij vulkanen en in een reservaat voor alpaca’s en lama’s. Die avond gaan we gelijk door en stappen we in een enorm luxe touringcar die ons die nacht naar onze volgende bestemming Cusco brengt. In deze historische Inca hoofdstad, dat op een nog grotere hoogte in de Andes ligt, besluiten we om eerst een aantal dagen op adem te komen, voordat we aan onze volgende tocht gaan beginnen naar Machu Picchu.