Lichtelijk gespannen zitten we ’s ochtends vroeg in de bus richting het startpunt van het Annapurna Circuit voor een trekkingstocht van twee weken door het Himalayagebergte. Er gaat van alles door ons hoofd: “zijn we niets vergeten?” en lekker tegenstrijdig “hebben we niet te veel spullen meegenomen?” Gelukkig ebt de spanning al gauw weg als de bus gaat rijden en we door vermoeidheid meteen in slaap sukkelen. De avond ervoor zijn we namelijk (door een kleine inschattingsfout) nog tot diep in de nacht bezig geweest met het verzamelen van alle benodigde spullen en het reorganiseren van onze backpacks. Met behulp van de gestructureerde paklijst van Brenda liggen uiteindelijk alle spullen overzichtelijk op bed uitgestald, waarna het vervolgens in een rugzak verdwijnt. Op die manier vullen we één grote en één kleine rugzak die meegaan op onze tocht, de rest van de spullen laten we achter bij het hotel in Pokhara in de hoop dat we ze daar over twee weken weer terug zullen vinden.

Bij aankomst in Besi Sahar laten we ons registreren en worden de entreebewijzen voor het Nationale Park gestempeld. Aangezien we de tocht zonder begeleiding van gids of drager willen doen, is het belangrijk om bij elke checkpoint onze gegevens door te geven, zodat men bij calamiteiten weet waar we op dat moment ongeveer zijn. Hierna stappen we in een volgepropte jeep die ons via een enge, hobbelige route verder brengt naar het dorpje Syange. De meeste wandelaars doen dit niet, maar voor ons is het vanwege de beperkte tijd een oplossing om twee dagen lopen uit te sparen en daardoor niet te hoeven haasten. In Syange vinden we na een lange reisdag een mooi gelegen guesthouse langs de rivier, waar we voor 3 euro mogen blijven slapen. Een schijntje denken we dan nog, maar later blijkt dat we in de andere dorpjes zelfs gratis mogen verblijven onder de voorwaarde dat we er ook twee maaltijden nuttigen.

‘s Nachts onweert het er flink op los en vrezen we voor wat ons de volgende ochtend te wachten staat, maar bij het wakker worden blijkt dat (net zoals iedere ochtend) het zonnetje schijnt aan een strakblauwe hemel. Na het ontbijt pakken we onze spullen weer in en beginnen we voor het eerst met lopen. Het doel van vandaag is om van Syange, dat op 1100 meter hoogte ligt, door een diepe vallei naar het dorpje Tal op 1600 meter hoogte te trekken. Het is hier subtropisch en dus flink zweten geblazen. We lopen door de jungle langs een kolkende rivier, die we enkele keren via een stevige, ijzeren hangbrug oversteken en zien op onze weg onder andere watervallen, bananenbomen, tarantula spinnen (ook een in onze slaapkamer, iejk!) en rijstterrassen op steile bergwanden. Niets lijkt hier op het arctische klimaat van het Himalayagebergte dat ons nog te wachten staat. Aan het eind van de middag komen we na een pittige slotklim aan in het dorpje Tal, waar we tijdens het diner in het guesthouse gelijk een hoop andere wandelaars leren kennen.

De volgende dagen trekken we verder van Tal naar Danakyu, dan naar Chame om vervolgens na vier volle dagen lopen in Upper Pisang uit te komen. Deze laatste plek was een goede tip van Evelien (bedankt!) als reactie op onze vorige blog, welke we tijdens de tocht gelukkig nog hebben kunnen lezen. In de meeste bergdorpjes hebben ze namelijk gewoon gratis WIFI beschikbaar, iets wat we van tevoren echt niet hadden gedacht… Onderweg zien we de vegetatie langzaam veranderen van (sub)tropische planten naar loofbomen en daarna dennenbomen. En onze kleding verandert geleidelijk mee; korte broek met hemdje wordt ingewisseld voor een lange broek met T-shirt. Elke dag stijgen we zo’n 500 meter en naarmate de dagen volgen, komen ook de contouren van de besneeuwde bergtoppen steeds beter in zicht. We passeren allerlei kleine bergdorpjes met tempels in Tibetaanse stijl en worden door de lokale inwoners welkom geheten met een hartelijk “Namaste!”. En als we eenmaal een fijn plekje hebben gevonden voor de overnachting, kleden we ons om en is het tijd voor onze nieuwe dagelijkse routine: gezellig theeleuten, eten en dan vroeg naar bed 😉

De ochtend dat we in Upper Pisang wakker worden, is er een speciale dag aangebroken. Het is 27 april en Brenda is jarig. Eerst wordt de jarige job door Bram wakker gezongen en in de eetzaal wordt ze daarna ook gefeliciteerd door Louis en Marie, een Frans stel waar we de vorige avond gezellig mee hebben zitten kletsen. Ook het weer heeft een cadeautje voor Brenda achtergelaten in de vorm van een wit pak sneeuw, waardoor er een prachtig winters landschap is ontstaan. Het uitzicht vanaf het dakterras met op de achtergrond de reusachtige Annapurna-berg is adembenemend mooi! We wandelen die dag verder naar Ngawal, waar we Brenda’s verjaardag verder vieren met een warme douche en een heus feestmaal van Dal Bhat (lokaal rijstgerecht met linzensoep en vegetarische curry), versgebakken appeltaart en een grote fles bier 😊. Overigens laten we de andere dagen het bier links liggen om niet alleen kosten te besparen, maar vooral ook vanwege de nadelige effecten voor hoogteziekte. Zodoende drinken we eigenlijk alleen maar thee en water, waarbij we het water zelf zuiveren met een Steripen (een top cadeau van de TNO trainees!). Elke keer dat we met deze UV-lamp in het water staan te roeren, voelen we ons net een magiër die een pot toverdrank staat te bereiden.

Word vervolgd…