Dag 7: Vanaf Ngawal trekken we vroeg in de ochtend verder naar Manang op 3500 meter hoogte, waar we twee nachten blijven om te acclimatiseren. We stoppen onderweg bij een beekje om even te pauzeren en zien dan plotseling twee wilde jaks staan die met elkaar in gevecht zijn, echt een prachtig natuurschouwspel! Om te acclimatiseren gebruiken we vervolgens onze ‘rustdag’ in Manang voor een dagtrip naar een uitzichtpunt vlakbij een gletsjer. Eenmaal boven blijkt dat we niet alleen de gletsjer goed kunnen zien, maar ook het azuurblauwe gletsjermeer en een weids uitzicht over de gehele vallei. Na Manang gaan we op de 8e loopdag van onze tocht echt het hooggebergte in en hiken we via een mooie route tot boven de boomgrens naar Yak Kharka op ruim 4000 meter hoogte. Jeeps en andere gemotoriseerde voertuigen kunnen hier niet meer komen, waardoor alles ook meteen een stuk duurder is. Een douche is vanaf hier ook niet meer te krijgen, tenzij je een emmertje warm water wilt kopen. De nachten worden bovendien steeds kouder en dus zitten we ’s avonds met zijn allen te eten bij de kachel en trekken we daarna lekker ons thermo ondergoed aan om vervolgens diep in onze slaapzak plus wollen dekens te kruipen.

Wanneer we de volgende morgen wakker worden, zijn we verrast dat de zon niet schijnt. Tot dan aan toe was het iedere ochtend heerlijk wandelweer, maar deze ochtend sneeuwt het. Ondanks het slechte weer besluiten we om na het ontbijt toch te gaan lopen. Vanwege het hoogteverschil staan er die dag immers maar 3 uur op het programma en de dag erna wordt er juist wel heel goed weer voorspelt, wat ons maar al te goed uitkomt omdat we die dag de Thorung La Pass over willen gaan. Dus trekken we onze poncho’s aan en lopen we met beperkt zicht door de sneeuw naar Thorung Pedi op ruim 4500 meter hoogte. Met uitzondering van een enkele glijpartij, mede dankzij onze beste aanschaf – een paar stevige loopstokken, bereiken we zonder kleerscheuren het basiskamp aan de voet van de Thorung berg. In de sfeervolle eetzaal van de Thorung Base Camp Lodge komt chille, relaxte muziek door de speakers en liggend in een bankstel komen we die middag helemaal tot rust. Later komen Geja en Willemien, twee fanatieke wandeldames uit Nederland, er ook gezellig bijzitten en spelen we enkele potjes Monopoly Deal en bereiden we ons zo mentaal voor op de zware dag die komen gaat. Na een stevig avondmaal duiken we om 20.00 uur in bed, want de volgende ochtend staat de wekker al om 4.00 uur!

Als de wekker gaat, voelt Bram zich gebroken. Vanwege de extreme kou hebben we allebei amper een oog dichtgedaan, maar Bram is daarnaast ook wat grieperig en voelt zich helemaal niet fit. De twijfel slaat even toe, want zijn dit niet symptomen van hoogteziekte? Uiteindelijk hakt Bram zelf de knoop door: “We gaan het gewoon doen!”. Tijdens het ontbijt is het nog donker, maar daarna verschijnen langzaam de eerste zonnestalen op de besneeuwde bergtoppen. Tegen 6 uur zijn alle spullen ingepakt en beginnen we aan dé dag van de oversteek over de Thorung La pass, waarbij we vanaf het basiskamp op 4540 meter naar de top op 5416 meter hoogte moeten klimmen om vervolgens weer flink af te dalen naar het dorpje Muktinath op 3800 meter. Het gevaar tijdens de oversteek zijn vooral hoogteziekte en veranderlijke weersomstandigheden. Gelukkig is het prachtig zonnig weer als we vertrekken, maar wel verrekte koud. Het eerste stuk blijkt enorm pittig te zijn als we steil omhooglopen over een padje dat dankzij de vele wandelaars voor ons in een soort ijsbaan is veranderd. Na ruim een uur komen we aan bij High Camp en trekken we daarna verder door een dikke laag sneeuw. Op sommige plekken ligt er bijna een halve meter, maar de paden zijn goed begaanbaar gemaakt, de route staat duidelijk met ijzeren palen gemarkeerd, en het landschap is postcard-perfect.

Hoe hoger we komen, des te minder zuurstof er in de lucht zit. Samen met de zwaarwegende bepakking zorgt dat ervoor dat je snel buiten adem bent en om de 50 meter naar zuurstof staat te happen. Alhoewel we normaal de Snelle Jelles zijn (aldus Geja en Willemien), doen we het deze dag lekker rustig aan en vormen we de bezemwagen. Hierdoor hebben we het idee dat we helemaal alleen zijn wanneer we rond 11 uur het hoogtepunt bereiken. Het geeft echt een enorme kick om deze mijlpaal vol met Tibetaanse vlaggetjes aan te tikken en het uitzicht vanaf de top is werkelijk waar fenomenaal! Na een (te) duur maar wel heerlijk kopje thee in een primitieve theeshop op de pas is het weer tijd om verder te gaan en lopen we urenlang omlaag door een verlaten poollandschap. Onderweg komen we geen mens meer tegen en zien we af en toe alleen een grote roofvogel overvliegen. De hele dag blijft het verder prachtig weer, wat vrij uniek is. Normaal steekt rond het middaguur namelijk een harde en gure wind op, maar ook die blijft ons gelukkig bespaart. Langzaamaan verdwijnt de sneeuw door de zon als we verder afdalen en uiteindelijk arriveren we tegen het einde van de middag in het dorpje Muktinath, waar we een bed vinden in het relaxte Bob Marley Hotel en kunnen we voor het eerst in vier dagen weer douchen…

Na een welverdiende nachtrust maken we ons klaar voor onze laatste trekking dag. Zo lopen we naar het middeleeuwse dorpje Kagbeni, waar we het authentieke, harde leven van de bewoners aanschouwen. Vervolgens wordt het steeds bewolkter en dat stelt ons voor een keuze: pakken we de bus of lopen we toch verder naar Jomsom, het beoogde eindpunt van onze trekking? Vooral door het fanatisme van Brenda besluiten we om het laatste te doen. Met nog maar 2,5 uur te gaan is het natuurlijk ook vet om de gehele route per voet te voltooien. Het eerste uur blijft het droog en genieten we van een totaal andere landschap aan deze kant van de bergketen. Maar daarna gaat het steeds harder regenen, waardoor we drijfnat en verkleumd in Jomsom aankomen. Tijdens het diner zijn we dit echter al snel weer vergeten en kijken we beiden met een super goed gevoel terug op de sportieve prestatie die we de afgelopen elf dagen hebben geleverd en de mooie momenten die we hebben beleefd. Als beloning voor deze prestatie (en als cadeau voor Brenda’s verjaardag) pakken we de volgende ochtend niet de ellenlange en gevaarlijke hobbelbus terug naar Pokhara, maar stappen we daarvoor in plaats in een klein propellervliegtuigje dat ons met een spectaculaire vlucht over het Annapurna-Himalayagebergte 20 minuten later afzet op het vliegveld van Pokhara.