Het is erg heet in het noorden van Sri Lanka. We zijn inmiddels wel wat gewend, maar met temperaturen die overdag oplopen tegen de 40°C is het flink zweten geblazen. Ook ’s nachts is het warm, omdat het amper afkoelt en we airco te duur vinden. Voor dat geld kopen we liever een paar koude flessen bier en na een verfrissende (koude) douche kunnen we eigenlijk toch altijd wel prima onder een waaier slapen. Ondanks dat we van het weer enigszins loom worden, besluiten we om in de oude koningsstad Polonnaruwa ons sportieve beentje voor te zetten door op de fiets de ruïnes te gaan verkennen. De archeologische plek blijkt een mooie verzameling van stoepa’s, halve maanstenen en uit de rotsen gehakte boeddha’s te zijn. We merken echter dat we steeds meer verzadigd raken van alle beeldende kunst en ruïnes van tempels. Dit heeft mede te maken met onze verbrande voetenzolen, want tempels en stoepa’s mag je alleen zonder schoeisel betreden en met de brandende zon op die rode bakstenen is dat een ware martelgang. Na deze middag vinden we het daarom weer even genoeg geweest met de archeologie en cultuur van de koningssteden en vertrekken we richting het zuiden voor sportievere activiteiten en natuur.
Met de bus reizen we verder naar Sigiriya dat bekent staat om de heilige leeuwenrots, welke we van grote afstand al ver boven het omliggende landschap zien uitsteken. Het liefste zouden we deze rots zelf ook beklimmen, maar met een toegangsprijs van wel 30 dollar per persoon voor toeristen (ongeveer 100 keer zo duur als de reguliere toegangsprijs voor locals) hebben we een alternatief plan voor ogen. Van medereizigers hadden we namelijk een tip gekregen dat je ook de naastgelegen Pidurangala-rots kunt beklimmen. Deze is niet alleen veel goedkoper (3 dollar) en rustiger, maar het uitzicht vanaf de top blijkt ook spectaculairder te zijn, omdat je dan uitkijkt op de imposante leeuwenrots. Onze veronderstelling wordt bevestigd door een Duits stel die we op de top ontmoeten en daarvoor ook de leeuwenrots hebben beklommen: “This one is much better!”. Na deze sportieve ochtend activiteit reizen we diezelfde dag nog verder richting de hooglanden, dat met een koeler en aangenamer klimaat ideaal is om te wandelen. Maar eerst maken we nog een tussenstop in Kandy, waar een groot festival aan de gang blijkt te zijn. Als we het centrum van de stad ingaan om wat te eten, lopen we tegen een parade aan die zijn weerga niet kent. Een optocht met honderden muzikanten, dansers en tientallen aangeklede olifanten vol lampjes trekt door de straten. Ons hongergevoel zijn we op dat moment even helemaal vergeten!
De volgende ochtend stappen we samen met zo’n duuzend andere toeristen in de trein van Kandy via Haputale naar Ella. De treinrit die door de bergen langs valleien vol met theevelden slingert, is een activiteit op zich en is daarom ook zo immens populair. Op het station weten we ons strategisch op te stellen bij de treindeur als die het station binnenrijdt, waardoor we een comfortabele zitplaats weten te veroveren voor de zes uur durende rit. De landschappen die vervolgens aan ons voorbij trekken, blijken ook echt van de buitencategorie te zijn. Bij aankomst in Haputale worden we opgewacht door de vriendelijke eigenaar van onze homestay voor de komende dagen. Het gastenverblijf is prachtig gelegen op een heuvel met 360 graden zicht. Mede door de eigenaar en zijn hulpje Xavy, die er alles aan doen om het ons naar onze zin te maken, voelen we ons hier al snel thuis. “All day there is free tea and coffee, you can do you your laundry for free and if you order the same meals then I will only charge one”. Samen met het koelere klimaat verleidt dit ons ertoe om even wat gas terug te nemen en ons verblijf met enkele dagen te verlengen. Xavy blijkt een geweldige kok te zijn en tijdens het diner leren we Michael en Julia, een spontaan en gezellig stel uit Oostenrijk, kennen. Ze hebben een aantal goede tips voor ons over de plaatsen waar we nog heen willen en andersom blijken wij voor hen een inspiratiebron te zijn om na afronding van hun studies ook samen een lange wereldreis te maken.
De dagen in Haputale vullen we grotendeels met het maken van wandeltochten langs de vele theeplantages die het gebied rijk is. Thee is een belangrijk exportproduct van Sri Lanka en staat wereldwijd bekend als Ceylon thee, vernoemd naar de oude naam van het land tijdens de koloniale tijd. In tegenstelling tot de theeplantages in de Cameron Highlands in Maleisië, waar we eerder tijdens onze reis zijn geweest, worden de theeblaadjes hier niet machinaal maar met de hand geplukt. Dat gebeurt met name door van origine Indiase vrouwen die voor een hongerloontje aan het werk zijn. Voor een kilo theeblaadjes krijgen ze omgerekend zo’n 30 eurocent uitbetaald. Gemiddeld ligt hun loon op zo’n 5 euro per dag. De verse theeblaadje worden daarna direct naar de verschillende theefabrieken gebracht, waar ze gedroogd, verwerkt en verpakt worden tot de voor ons bekende groene en zwarte thee. Onderweg naar het bekende uitzichtpunt Lipton Seat, een plek bovenop een heuveltop waar vanaf meneer Lipton vroeger zijn theevelden kon overzien, komen we overal theeplukkers tegen die ons vriendelijk begroeten en het ook leuk vinden om op de foto te gaan. Gezien hun schamele loon geven we iedereen die we ontmoeten een fooitje en worden daarna meestal uitgebreid bedankt en krijgen we zelfs een aantal handkusjes toegespeeld als blijk van waardering. Het is onze zogenaamde persoonlijke invulling van ontwikkelingssamenwerking, waarbij de glimlach op het gezicht van die vrouwen bovenal een fijn gevoel achterlaat 😊
Wat een prachtig verhaal weer!! Geniet nog van de laatste dagen daar en tot de 20e in Nederland 😊
Leuk allemaal! Veel plezier nog de laatste weken en alvast een goede terugreis 20 augustus! Groetjes Rumo en Marieta
Als je deze mensen echt wat meer wil helpen moet je voortaan Lipton thee drinken in plaats van bier Bram. Maar ja dan doe je de gerstboeren weer tekort. Nog veel genieten deze laatste weekjes.
Wat een grappige foto’s.!!! Bram balancerend op een fiets, (knap hoor Bram) en dan weer een zogenaamd een super zware kei wegduwend en oh, wat lief, die rode teennagels van Brenda, Altijd mooi!!
Tja als je dat verhaal leest over die vrouwen die de hele dag theeblaadjes plukken in de warme zon voor 5 euro per dag, dan denk je daar toch wel aan als ik weer een kopje thee drink.
Geniet nog samen van jullie laatste dagen daar en neem maar wat zonnestralen mee voor hier want op dit ogenblik is het niet zoveel.
Tot 20 augustus, Lieve groet Carina en Toon